Bekijk ook het fotoboek van onze Auvergne-reis | ||
|
||
Donderdagochtend, we komen aan in de gietende regen. Na we de wagen hebben geparkeerd is de eerste opdracht op Franse bodem, de plaatselijke Don (ons clubcafé) gaan zoeken. Lang moeten we niet zoeken want recht voor het hotel zien we licht branden in een café. De Johnny heeft het pad al geëffend en is samen met Raf en Ronny de kwaliteit van het bier aan het controleren. Ze stellen ons gerust maar de meeste onder ons beginnen met koffie. Er zijn er zelfs al met goesting in soep! Het is 7 h 's ochtends. Omdat het de hele dag blijft gieten, besluiten de mannen van het B team die dag de plaatselijke horeca te ontdekken. Buiten eten, drinken en bowlen gebeurt er niet veel meer. De ideale voorbereiding voor een lastige trip. Donderdag avond kruipen we toch vroeg onder de wol. Vrijdagmorgen, het weer ziet er al veel beter uit, ideaal fietsweer eigenlijk. Na een stevig ontbijt, worden de fietsen in gereedheid gebracht voor enkele uren afzien. De eerste 400 m vanaf het hotel zijn al direct een klim te vergelijken met de Heistse berg. Dan bereiken we de baan richting ski pistes van Mont Dore. Het was een brede baan, maar de combinatie van donderdag, niet opwarmen en een te stevig ontbijt deed mezelf de groep met Hans, Johnny, Krak en Ronny al lossen na 1 km. Na een kwartier afzien ben ik een parking opgereden om voet aan de grond te zetten en te proberen mijn ontbijt binnen te houden. Dit leek te lukken en ik besloot voort te rijden. Op de top stonden de jongens mij op te wachten en daar bleek dat we in de verkeerde richting vertrokken waren. De moed zonk in mijn schoenen. Terug naar beneden dan maar en iets voor het centrum zijn we dan rechts omhoog gereden en aan de beklimming van de Col de la Croix Saint Robert begonnen. Hier vond ik mijn tweede adem en samen met Johnny zijn we in een gezapig tempo omhoog gereden. Toch wel een mooie klim, net nog ons niveau. Op de top werden we door de andere 3 weer opgewacht (toch wel collegiaal!). Van hieruit reden we naar Besse, waar we op de middag toekwamen en een sportmaaltijd tot ons genomen hebben (croque monsieur en fritten voor de krak). Nadien werd de terugtocht naar Mont Dore aangevat met de klim van de col de la Croix Saint Robert langs de andere zijde. Ik heb het niet gezien maar Hans beweerde als eerste boven te zijn gekomen. Het was wel in de periode dat hij in bloedvorm stak en blijkbaar de pedalen niet voelde. Op de top wierp Hans zich nog voor de wielen van een auto in een poging deze te doen stoppen. Op zijn typische elegante manier kreeg hij het gedaan van de passagierster (een plaatselijke schone) ons te vereeuwigen op een foto met op de achtergrond het bordje met naam en hoogte van de col. Moe maar voldaan arriveren we in de namiddag terug aan het hotel waar stante pede de hele voorraad blonde Leffe van de hotelbar er moet aan geloven. Er werd hier duidelijk niet gerekend op de komst van enkele dorstige wielervrienden. 's Avonds hebben we onze tanks gevuld en het spel Rapido leren kennen. (laat maar komen in België). Zaterdag was het prachtig weer, maar ondergetekende heeft hiervan niet veel kunnen profiteren omdat hij de avond voordien zijn grenzen weer niet kende. Het zal de laatste keer niet geweest zijn denk ik. Het gevoel dat je de hele wereld aankunt... Al bij al toch een geslaagde trip. De afwezigen hadden ongelijk. - Wimmeke -
|
|
||
Plensregens en een temperatuur die nauwelijks boven de 10 graden komt, voorspelden weinig goeds voor onze vulkanentrip. Maar de Elzas in gedachten, koesterden we goede hoop. Het zou wel eens stoppen met regenen. Maar sommigen dapperen wachtten daar niet op en maakten een fikse wandeling door het miezerige weer naar de Grand Saut, een mooie waterval in de buurt. Na nog wat klauteren kwamen ze terug op de weg halfweg de klim van de Col de la Croix Saint Robert. Omdat het langs de weg nog een heel eind lopen was, gingen de twee slimsten van de hoop even bewijzen dat de kortste afstand tussen twee punten nog steeds een rechte is en zij gingen dwars door wei en bos op weg. Onze twee slimsten hadden natuurlijk niet nagedacht over het waarom van kronkelende wegen in de bergen, maar dat gaan ze nu, na wat hachelijke klauterpartijen, niet snel meer vergeten! Na deze wandeling stapten dezelfde slimmerikken nog even op hun fiets voor een opwarmtoertje van een 40tal kilometer over twee cols: de Col de la Croix Saint Robert en de Col de la Croix Morand. Twee heel mooie beklimmingen in een schitterende streek. De volgende ochtend was het koel, maar droog in le Mont-Dore. Een streepje blauwe lucht, maar geen zonovergoten dag. Kil, maximum 15 graden vandaag. Vanuit le Mont Dore, klimmen we het dal uit, de eerste col, Col de la Croix Saint Robert over. De ademhaling begint te jagen, vermoeidheid wordt uit de benen geschud. De eerste man overboord: versnellingsproblemen voor Danny De Winter. Boven genieten we even van zonovergoten, groene vulkaanhellingen. We verwonderen ons even over de eenzaamheid van een pasgeboren lammetje, dat blijkbaar is achtergelaten door moeder schaap. We proberen le Puy de Sancy de ontwaren, maar grijze wolken onttrekken hem aan ons zicht. Met zijn vijven trekken we verder op pad: Pit, Raf, Rafke, Danny en Fré. Richting Superbesse, een skioord. We zien in de verte een steile weg lopen, maar dit blijkt niet onze weg te zijn. We komen op een grotere weg uit, een steil stuk, ongeveer een kilometer lang en een goede 10 procent steil, een kuitenbijter, om uiteindelijk in Superbesse aan te komen. Daar is het even zoeken naar de weg. Op Col de la Geneste, doet de Pit zijn geste en komt voor de enige keer van deze dag eerst boven... De uitdaging van de dag nadert: de Puy de Sancy. Eén van de hoogste 'putten' uit de omgeving en een skioord. We plunderen eerst de lokale kruidenier van Chastreix en gaan ons wat opwarmen in een café, dat wordt opengehouden door een gezette dame in een rode peignoir. We zouden echter snel genoeg op temperatuur komen. Onder een onheilspellende hemel hijsen we ons de col op, al snel zitten we temidden de wolken. Een fikse klim gevolgd door een afzink om met een laatste knik te eindigen aan de skiliften. Niet slecht, jammer van het ontnomen vergezicht en een goede opwarmer voor de Puy Marie. Raf proeft zijn moment van glorie en vraagt zich af waarom ik (Fré) zo slecht zit. Eens boven blijven we niet lang dralen, koude en grijsheid maken van dit skioord iets alles behalve aantrekkelijk. Tegen 65 per uur duiken we naar beneden. Een witte volkswagen golf heeft deze afdaling op een minder elegante manier beëindigd in een weide. We komen terecht in een minder geaccidenteerd landschap, richting la Tour en daarna Tauves. Het parcours is nog fiks golvend, de eerstvolgende uitdaging zijn de "Gorges d' Avèze", een goede drie kilometer in razende vaart naar beneden, tegen 18 per uur klimmen we er weer uit. Hier worden spieren geforceerd en gaan er een aantal in het rood, toch wil nog niemand lossen. Rafke neemt de volgende kilometers fors de leiding en hier moeten er een aantal bijten om bij te blijven. De laatste helling 'Col de Pitmort' genoemd naar de Pit die er een hamerslag krijgt zoals geleden van in Lubbeek een aantal jaren geleden. Het was niet de drinkebus die hem na deze laatste klim parten speelde, het waren de tabletjes druivensuiker die weigerden zijn slokdarm op te zoeken. De laatste kilometers worden een lijdensweg voor het gezelschap, een triomftocht voor Rafke. Hij blijkt na 120 kilometer de revelatie te zijn van deze Auvergnetrip. Minuten later arriveert de Pit, onder het mom dat hij verkeerd gereden is. Waarschijnlijk zat er nog wat druivensuiker tussenzijn oogleden... Puy Marie, de koninginneklim Een heerlijk, windstil weertje zal de apotheose van onze trip lekker in het zonnetje zetten. We vertrekken vanuit Riom ès Montagne, een rustig, mooi stadje. We nemen nog wat suikers en drank in een lokale bakkerij en togen richting Trizac langs een heerlijke slingerende weg. Lichtjes bergop, een ideale opwarming. Een goede 10 kilometer verderop gaan we linksaf, de D-30 op. Een schitterend smal weggetje zal ons vanaf hier naar de top van de Puy Mary leiden. Pit, Rokke, Danny, Raf, Rafke en Fré zijn van de partij. De laatste doet het kopwerk, op het einde bijgestaan door Raf, tot op de Col d' Aulac. Bossen en groene wegbermen, een meevliegende buizerd en vooral een heerlijk zonnetje maakt dat de tocht genieten betekent. Bovenop de Col d' Aulac hebben we een schitterend zicht op de omgeving en kunnen we de steile kant van de Pas de Peyrol (de Col langs de Puy Mary) al vermoeden. We overleggen en kiezen dan het zekere voor het onzekere. We hoeden ons voor de uitdaging die nog komt en verkiezen om de weg evenwijdig met de vallei te volgen en de gewonnen hoogte zo niet teveel prijs te moeten geven. We duiken toch eerst een serieus eind naar beneden. We komen tussen sparren en zilversparren op de D 680. We kunnen nog rustig praten en onze ademhaling controleren. Ik begin zelfs stil te hopen dat het zo doorgaat tot op de top, tegen beter weten in. We weten dat er nog een zwaar stuk van 2 tot 3 kilometer wacht. Voor we hieraan beginnen ligt ons groepje al uiteen, Rokke, Danny en Pit kiezen voor een lagere versnelling. Raf, Rafke en ikzelf kijken vol spanning uit naar die ene bocht. Deze laat nog even op zich wachten, maar uiteindelijk doemt hij dan toch op. Nog wat onttrokken aan het zicht door laaghangende takken, lijkt het allemaal niet zo erg, maar dan lijkt het wel alsof een landmeter zich vergist heeft bij de aanleg van de weg. Hier bleek ongetwijfeld dat het te overwinnen hoogteverschil groter was dan verwacht. Het stijgingspercentage is hier plots fors boven de 10 % gegaan. De kleinste molen, blijkt nog veel te groot te zijn. Recht op de trappers en volledig in het rood. 15 % staat op de kaart, een haarspeldbocht en een groep toeristen die ons aanmoedigen en beweren dat we er bijna zijn. We snijden los door de berg heen en zien inderdaad in de verte een parking die gelegen is op de col. Raf perst er alles uit om tot in mijn wiel te komen, het lukt hem maar in een laatste spurtje, schud ik hem terug van me af. Rafke volgt op korte afstand, gevolgd door de Pit, Danny en de Rokke. De verschrikking is achter de rug. Dorst en honger drijven ons het café in en we genieten er van het fantastische uitzicht en de dagschotels. - Fré en Raf -
|