Buitenlandse avonturen van WTC Nissorap.

30 augustus - 7 september 2003: Franse Alpen


Bekijk ook het fotoboek van onze rit naar de Alpen
Van Heist-op-den-Berg naar Bourg d'Oisans met de fiets

door Fré
Fré

  • Dag1:
    Heist op den Berg - Reims: 287 kilometer: gemiddelde snelheid 28,3 km/u
    Haas, ajuin en Chinees
  • Dag2:
    Reims-Châtillon-sur-Seine: 206 kilometer, gemiddelde snelheid 29,3 km/u
    Eindeloosheid en vakwerk
  • Dag3:
    Châtillon-sur-Seine-Louhan: 175 km, gemiddelde 26,8 km/u
    Sluitingsdagen, romantische picknick en overdaad
  • Dag4:
    Louhans-Voiron: 193 km, gemiddelde 26,1 km/u
    Brood, Kip en Knopje
  • Dag5:
    Voiron-le Bourg-d'Oisans: 78 km, gemiddelde 22 km/u
    Pepé pressé


Terug naar algemeen verslag Alpenreis


Dag 2

Een prachtige zondagmorgen doet ons de slechte nachtrust vergeten. Een copieus ontbijt vult de reserves aan en vult het kleinste gaatje. Johan neemt het karretje voor zijn rekening. We oliën de ketting wat in de aan kracht winnende zon en maken ons op voor de tweede etappe. Even zoeken om de stad uit te rijden en we komen haast meteen in de champagnewijngaarden terecht. En wat een activiteit: de plukploegen staan zelfs op deze zondag klaar om aan de slag te gaan. Hier en daar worden we zelfs aangemoedigd. Enkele zondagstoeristen zijn ook op weg. De weg blijkt te plakken van het zoete druivensap. We moeten klimmen, de vallei uit en naar de top van de "Montagne de Reims".

Champagne-panorama

Een goede opwarmer en Johan weet meteen hoe het aanvoelt om twintig kilo op een wiel extra mee omhoog te fietsen. Voor we het bos op de Montagne inrijden maken we nog enkele kiekjes en zeggen vaarwel aan de stad. Na de beklimming gaat het in razende vaart, de wind heeft een tandje bijgestoken en blaast vol in de zeilen. Zonder moeite flirten we met snelheden tussen de 35 en de 40 per uur. Zalig fietsen en genieten van het landschap,we duiken in de vallei van de Marne. Het landschap verandert weer. We komen in de graanschuur van Frankrijk, uitgestrekte velden die er nu nog desolater uitzien doordat het meeste graan al geoogst is. Hier en daar kleuren de akkers groen van de luzerne. Johan rijdt een tweede keer lek en besluit zijn buitenband te vervangen.

Desolaat landschap We zoeven door onooglijke dorpjes: Champigneul-Champagne, Chaintrix, Soudron, Dommartin-Lettreé. We houden in één van die kleinoden halt om onze blikken rijstpap aan te spreken en een suikerwafel te nuttigen. We kruisen een nationale weg en komen in een onwaarschijnlijk decor terecht. Een kaarsrechte weg in een lichtglooiend parcours met links en rechts tot aan de einders een onmetelijke witgrijze akker,vol in de zon met schaapwolkjes in de lucht. Johan verliest zijn drinkbus en moet even terugdraaien. We kijken achterom en Raf en Fre zien hem als een stipje, het lijkt een illustratie van absolute eenzaamheid. De idee van hier alleen te moeten fietsen geeft een ongemakkelijk gevoel. We zijn het laatste uur nauwelijks een auto tegengekomen en dat zal het grootste deel van de dag het geval zijn.

We naderen de vallei van de Aube en het Parc Régional de la Forêt d'Orient. De dorpjes worden steeds pittoresker met vele huizen in typisch vakwerk en soms nog met echte lemen muren. Dampierre, Brillecourt, Magnicourt, we houden halt in Piney. Een prachtige overdekte markt, volledig opgetrokken uit eikenhouten balken, een overvloed aan vakwerkhuizen. We hopen op een stevig maal maar op dit uur van de namiddag (iets over tweeën) is dat een ramp in Frankrijk. Gelukkig weet de cafébazin ons te vertellen dat om half vier de lokale bakker zijn winkel open doet. We zijn daar de eersten om rozijnenkoeken en éclairs in te slaan.

Vooraf hadden we onze route zo uitgestippeld dat we tussen de twee meren in het Forêt d'Orient zouden fietsen, in de hoop te kunnen genieten van spectaculaire vergezichten. Jammer genoeg blijkt een grote dijk in de weg te liggen, even naar de top van de dijk fietsen leert bovendien dat het waterpeil bijzonder laag staat. Zou de droge zomer er voor iets tussenzitten?

Niet geklaagd: het bos blijkt ook meer dan de moeite. Enkele kilometer verderop draaien we rechtsaf een prachtig weggetje in: la Loge aux Chèvres, waar Johan nog maar eens enkele koeien vereeuwigt terwijl Fre een plaspauze inlast. Briel-sur-Barse, Poligny: enig mooie slingerende weg doorheen weilanden en bos. We komen in de vallei van de Seine, die ons tot ver in de volgende dag zal gezelschap houden. In Bar-sur-Seine breekt de Fre een spaak in het voorwiel. Door onvoorzichtigheid verliezen we de spaaknippel in het wiel en moeten de banden en het lint eraf om alles op zijn plaats te krijgen. We eten en drinken nog wat en kijken op de kaart. We besluiten om zoveel mogelijk de nationale weg te mijden, maar in Courteron komen we er weer onverbiddelijk op terecht. Het asfalt blijkt echter zo gek te zijn op onze bandjes dat we het erop wagen om zo naar Châtillon-sur-Seine te suizen. En zo voelde het ook aan, tenminste bij mij. Tegen 35 per uur hebben we het laatste eindje afgemalen, met af en toe een idyllische blik op de Seine. Ik had wel gehoord dat het wat langzamer mocht van de Raf, maar ik hoorde geen klachten meer en heb het tempo gehouden zoals het was, tot ik in Châtillon omkeek en deze laatste zijn blik van me afwendde...

Een verdiend slaapmutsje Een eerste hotel bleek wat duur, de dame keek me ook aan met een blik van: die gasten met hun 'vlokostummeke' moeten in mijn etablissement geen keet komen schoppen. Een tweede bleek gesloten. Een derde vermeldt: "ouvert" met gesloten deur, maar wel met telefoonnummer aan de deur. Even later leunt dan toch een man uit het raam en gaan we in op zijn aanbod voor een kamer voor drie: klein met douche en wc op de gang. Maar we mokken niet. En bovenal: er is een Chinees restaurant aan de overkant, waar we gegeten hebben, ondanks het niet typisch Franse karakter. Het humeur van Raf komt al stilletjes terug boven nul. We sluiten de avond af in een brasserie met een donker biertje en de kaart in de hand. De volgende dag ziet er weer uitdagend uit: vooral het stuk voor Dijon. Een dame die duidelijk wat te veel opheeft komt vragen waar we mee bezig zijn, maar is duidelijk te dronken om er dieper op in te gaan. Ze begeleidt ons wel mee naar buiten, want de waard heeft op niet mis te verstane wijze te kennen gegeven dat zijn café sluit door de deur en de ramen te vergrendelen.

Ook deze nacht blijkt niet veel rust te zullen brengen: onze kamer geeft uit op een kruispunt waar die nacht wel 274 vrachtwagens lijken voorbij te donderen. Tot overmaat van ramp is gebleken dat het karretje van Johan niet blijkt te passen op de as in het wiel van de purist. Enkele rondellen zouden de oplossing kunnen bieden. We vragen het morgen aan onze hotelbaas.


- Fré -