Bekijk ook het fotoboek van onze rit naar de Alpen | ||
Van Heist-op-den-Berg naar Bourg d'Oisans met de fiets
door Fré
|
|
|
Terug naar algemeen verslag Alpenreis |
Dag 4 We hebben lekker geslapen. We worden aan de ontbijttafel verwelkomd door de uitbaatster met de kreet: "J'ai du tirer sur mon pain". Blijkbaar slaat ook hier een broodschaarste toe: de "bakkersluitingsgolf" blijkt doorgedrongen te zijn tot in dit middeleeuwse stadje. Maar goed dat we gisterenavond hebben kunnen schransen. De zon schijnt weer vrolijk, minder vrolijk voelt mijn Achillespees aan de linkerkant aan. Ook mijn maats beginnen te klagen: knieën. En Johan gaat weer voor de kar. Chapeau! Hij zal er na vandaag ongeveer 450 kilometer mee gezeuld hebben. We stuiven richting Bourg-en-Bresse. De eerste tussenstop wordt Varennes-St-Sauveur. Hier zit mijn humeur diep in de schoenen. Ik nestel me in de zon tegen een oude muur en voel zuur naar de achterkant van mijn voet. Mijn maats slaan wat mondvoorraad in en verder gaat het. We zien langs de op en neer gaande weg de "fameuze poulets de Bresse", en ja, het ziet er veel landelijker en gemoedelijker uit dan de industriële vetmesterijen van bij ons. Bourg-en-Bresse: tijd voor een knabbel en een drankje. We sukkelen hier om de weg naar Chalamont te vinden. Uiteindelijk waaien we door een machtige platanendreef, nog steeds gestuwd door een noordelijke rugbries. We mogen er niet over klagen en het weer wordt met de dag beter. Het doet me de pijn verbijten en vergeten, alleen Johan blijkt meer last te hebben dan de andere dagen. We zullen straks een apotheek induiken en wat troost zoeken bij zalfjes en lippenverzachters. Onze lippen beginnen serieuze kloven en bergtoppen te vertonen. De D22 neemt ons mee door een landschap in tinten van bruin en groen, met hier en daar een glimp van één van de vele honderden viskweekvijvers van de streek. De rit schiet goed op maar we zijn beducht voor wat nog komen gaat. We zien ten oosten van ons het voorgeborgte van de Alpen. Wat zien ze er onschuldig uit van op deze afstand. De kaart verraadt serieuze cols die echter niet op ons programma staan. We zullen er nog genoeg andere voorgeschoteld krijgen eens we op de plaats van bestemming zijn. Van Chalamont gaat het naar Châtillon-la-Palud: we komen op een weg met langs weerszijden bos, op en af gaat het, de bomen lijken een haag te vormen en we zijn weer zo goed als alleen. De wind laat zich horen in het gebladerte. We dalen af in een geweldige haarspeld naar de vallei van de Rhône en in Gévrieux stoppen we om brandstof in te slaan. Raf en ik gaan voor de poulet de Bresse: "ça prendra 20 minutes de cuisson", maar dat kan ons niet deren. Johan gaat voor de "filet de sandre" (snoekbaars) en zal er ook geen spijt van hebben. Het weer is stralend en we hebben wat rust nodig. De middagpauze deed deugd. We steken de Ain over en we krijgen enkele bulten onder de wielen. Voorbij Lagnieu krijgen we dan voor het eerst de Rhône te zien. Zijn groengrijze kleur doet me meteen aan de Alpen denken. Deze krachtige, koude rivier zal ons nu een 40-tal kilometer gezelschap houden op de D19. De wind zit weer goed en de zon schittert aan de blauwe hemel. De bergen worden verscholen achter lagere rotsrichels en toppen van een kleiner kaliber dan de echte Alpentoppen. Toch wordt de weg mooier naarmate de namiddag vordert. In één van de kleine dorpjes bevoorraden we ons voor de laatste keer deze rit in een kruidenierswinkel. De kerktoren slaat 4 uur als we ons koesteren in de zon op een muurtje in dit verlaten oord. Het blijkt toch nog een eind te zijn voor we in de buurt van Grenoble komen. Richting St Genix, op de wat afgekoelde spieren slaat pijn weer toe. Nog even en ons einddoel ligt binnen handbereik. St-Genix, le Pont-de-Beauvoisin, St-Grégoire. We draaien links de N75 op. Er volgt nog een laatste serieuze knik. Maar eerst plunderen we een lokale pharmacie. Drie ongeschoren types met gesprongen lippen, wachten achter enkele jonge dames, waarvan één bezig is met de keuze van haar eerste anticonceptiepil. Onze bestelling verloop in etappes: lippenbalsem, pezenzalf, koortsblazenzalf,… Tegen 80 per uur razen we Voiron tegemoet. We zoeken maar snel een hotel. Het eerste: gesloten,, het tweede wordt een zwaardere klus. De purist mag eerst een straatje met een helling van meer dan 10 % beklimmen om dan onverrichterzake weer te keren. Verkeerde wegbeschrijving. Uiteindelijk wordt het bedoelde hotel gevonden: complet! Dan maar buiten de stad op zoektocht. Even vragen aan een jongedame, en ze wijst ons enkele honderden meter verder naar een statig wit gebouw. Een hotel met klasse, marmeren vestibule, dito trappen. Fietsschoenen krassen, we gaan ervoor. Een mooie kamer met badkamer en ieder zijn bed. Johan tracteert vanavond op een fles wijn, als een volleerd wijnkenner gaat hij wel even de mist in als hij vraagt naar de afdronkkwaliteit van één van de rode wijnen. Bij navraag in de keuken komt een negatief antwoord, dan maar die fles. We hebben ervan genoten! En ook van de bediening: een aangename jongedame, wat onzeker en per ongeluk met een knoopje teveel van haar hemdje open. - Fré -
|