Bekijk ook het fotoboek van onze Jura-reis | ||
Morez 2009 (het A-verhaal)
door Pit
|
|
|
|
Klik hier voor een kaartje met de gefietste route + hoogteprofiel. (Voor de hoogtegrafiek ga je naar "Show" - "Elevation profile") 4 september 2009. Het is droog ’s ochtends in Morez, dus kunnen we op pad gaan. De B’s zijn al snel vertrokken voor een toertje naar de Cascades du Hérisson. Raf, Johan en ik starten een kwartiertje later. Na de multiple crevaison van gisteren zijn we goed voorzien van reservebandjes. De weg naar Morbier kennen we al van twee dagen eerder (overwegend stijgend en tamelijk wat verkeer). Iets vóór Morbier nemen we rechtsaf, de D18 naar Chaux-Neuve en Mouthe, dat op 30 km ligt. De helling wordt iets steiler. Rechts van ons ligt het dal van de Bienne, links zien we al gauw een groot gebouwencomplex met heel wat wegwijzers naartoe. Het blijkt de hoofdzetel van Signaux Girod, een bedrijf dat over gans Frankrijk (en zelfs daarbuiten) actief is op het vlak van signalisatie allerhande. Intussen is het weer aan ’t verslechteren. Het wordt druilerig. We klimmen tot voorbij Bellefontaine. Daar trekken we onze regenjasjes aan want de druil gaat over in heuse regen. Johan begint al lichtjes te verkleumen. We spreken af om tot het volgende dorpje te rijden en daar beschutting te zoeken. Wanneer we in Chapelle-des-Bois aankomen regent het pijpenstelen. Tegenover de kerk vinden we een hotel met bar. Onze kleren zijn druipnat, maar van de gastvrouw mogen we toch in een hoekje van de gelagzaal kruipen. Er wordt geen bier besteld, maar warme chocomelk. Ondanks het mindere weer heb ik er zin in en wil ik hier slechts kort pauzeren. Bij de eerstvolgende opklaring por ik mijn gezellen aan om verder te rijden. Wanneer we echter onze kleren terug hebben aangetrokken, gaan de hemelsluizen opnieuw open. Dus terug naar binnen en een nieuwe bestelling geplaatst van drie warme chocomelks. Aan de muur van de bar hangt een grote zwart-witfoto va een konvooi paarden op houttransport in de sneeuw. Zelfs een simpele foto slaagt erin om Johans fietsgoesting naar beneden te halen. Want wanneer Raf en ik verder rijden naar Mouthe, besluit hij terug te keren naar Morez wegens onderkoeld en doornat. We zijn nog niet lang aan deze tweede poging bezig of ’t is weer van dat: we worden getrakteerd op een nieuwe koude douche. Als Raf even later een plaspauze houdt, kijk ik voortdurend achterom of ook hij niet stiekem terugdraait, Johan achterna. Maar Raf bijt door en samen trotseren we het pokkenweer. Bovenop de regen komt er nu ook de wind: in sommige afdalingen worden we bijna letterlijk van de weg geblazen door de forse windstoten. In Mouthe duiken we binnen in de plaatselijke pizzeria. Hier proberen we onze kleumende ledematen wat op te warmen. Jammer genoeg serveert de pizzaboer ’s middags geen pizza’s, maar een simpele worst gaat er ook wel in. De uitbater is wel vriendelijk, want we mogen onze fietsen tijdterwijl in zijn schuurtje stallen. Van Mouthe gaat het via een rustige beboste weg omhoog naar de Col du Landoz-Neuve, waarvan de top op één kilometer van de Frans-Zwitserse grens ligt. Op de top laten we een foto nemen door een sympathieke agrariër, die speciaal hiervoor zijn werk even onderbreekt. Even later zijn de eerste officiële Nissorap-kilometers op Zwitserse bodem een feit. Zwitserland oogt trouwens schitterend in de zon: mooie landschappen en perfecte wegen met weinig verkeer. Zou Johan dan toch de verkeerde keuze hebben gemaakt door zo vroeg terug te keren? In Le Pont maakt Raf even aanstalten om een kortere route te nemen dan gepland, namelijk langs het Lac de Joux naar de Vallée de Joux. Ik kan hem echter de weg naar de Col du Mollendruz opdringen, daarbij geholpen door een aantal Zwitserse rekruten, die enthousiast voor ons supporteren. De Col du Mollendruz is een eitje. De afdaling heeft wederom een perfect wegdek en biedt prachtige vergezichten over het Lac Leman en de stad Lausanne. Zou Jacques Rogge weten dat zijn landgenoten hier aan ’t fietsen zijn? De Alpen baden in de zon. Boven de Jura beginnen zich echter donkere wolken samen te pakken. Iets voorbij de afslag naar Montricher worden we nu en dan verrast door een nijdige wind. Boven de Mont Tendre zien we het spoken. Dat belooft weinig goeds, want die bergkam moeten we nog over. Raf is zichzelf intussen al aan ’t verwensen dat hij niet de route langs het Lac de Joux heeft genomen. We rijden door de dorpjes Mollens en Berolle, tot we iets voor Bière op een kruispunt komen waar het rechts is naar de Col du Marchairuz. Vanaf hier is het nog 9 kilometer klimmen aan zowat 7,2%. Gelukkig is de wind wat afgenomen. Het regent nog wel, mar ook de zon komt erdoor, wat ervoor zorgt dat we in de vallei een pracht van een regenboog kunnen aanschouwen. We nemen de Marchairuz aan een rustig tempo. De klim laat zich goed bedwingen en zonder forceren bereiken we de top op 1449 meter hoogte. Ik gun Raf de eer om als eerste deze top te overschrijden. Ondertussen regent het opnieuw harder. We besluiten even gebruik te maken van de luwte van het afdak van het restaurant op de top. De regen valt intussen met bakken uit de lucht en de thermometer geeft nog 9° aan. Telkens de deur opengaat, worden we overspoeld door de weldadige warmte van binnen. De verleiding wordt te groot en we zetten ons toch even binnen aan een tafeltje, in de hoop dat de ergste regen intussen overtrekt. Hoewel we de beklimming in Bière begonnen zijn, kan een pot gerstenat ons momenteel niet bekoren: we houden het bij een colake. Over de terugweg vanaf de Marchairuz kan ik kort zijn: het was een helse beproeving. We verbijten de kou tijdens de afdaling, slieren op smalle bandjes naar beneden over het druipnatte asfalt en beuken in de vallei tegen de wind in op de golvende wegen naar La Cure. Het hele traject dat ik aan 35 per uur hoopte af te leggen raken we nauwelijks in ons ritme. Tenslotte kunnen we voorzichtig de afdaling nemen van Premanon naar Morez. En daar een warm bad laten vollopen... - Pit -
|