Woensdag 6 september: verkenningsrit
Fietsen uitgepakt, kledij aangetrokken, benen gesmeerd en de eerste acht gearriveerden konden vertrekken voor een
kennismakingsritje in de nabije omgeving. Vanaf de parking van ons hotel vertrok een bonte mengeling van A’s en B’s richting Schluchsee. Daartussen lag echter nog de Fischbacher Höhe, dat betekende direct klimmen geblazen van ca. 800 naar ca. 1100 meter hoogte. Onder commando van Johnny en Rudy werd de groep lamgelegd en ging het in een
gezapig tempo naar boven. Na deze eerste klim vonden onze B’s het al meer dan voldoende en zij besloten boven om zich te beperken tot een miniritje in de buurt van de Schluchsee.
De zogenaamde A’s togen vanuit Schluchsee naar Dresselbach (opnieuw klimmen) en dan via een mooi weggetje naar Faulenfürst. Daar beleefde Raf zijn eerste moment de gloire bij het zien van de skyline van de Alpen. Jubelend wees hij ze ons alle aan, van Zugspitze tot Mont Blanc.
Het verdere traject ging via Rothaus over Grafenhausen en Birkendorf naar Ühlingen, hoofdzakelijk dalend. Iets voorbij Grafenhausen kregen we wel een onaangename verrassing te verwerken: kleine kiezelsteentjes waren in een fijne laag over de weg uitgestrooid en nog niet vastgereden. Dit maakte het rijden serieus moeilijk en soms zelfs gevaarlijk. Toe we deze
griezelkiezel na enkele kilometers beu waren klampten we een inboorling aan om te vragen naar een alternatieve weg. Glimlachend vertelde die ons dat de weg waarop we ons bevonden tweehonderd meter verder - net uit het zicht - opnieuw perfect berijdbaar was. En de brave man bleek nog gelijk te hebben ook!
Iets voorbij Ühlingen veranderde het landschap. Tot dan hadden we veelal ruime vergezichten gehad, maar nu leidde de weg ons door
een mooie beboste kloof (Schlucht in het Duits), waarbij we de loop volgden van het riviertje met de toepasselijke naam Schlücht. Via een bochtenrijke afdaling bereikten we het plaatsje Witznau.
Wie iets van fietslogica begrijpt weet dat na een lange afdaling meestal een beklimming volgt. Deze keer was dat niet anders. Het eerste deel van de klim, van Witznau richting Kloster, viel zelfs vrij steil uit. Iets voorbij Berau vlakte de klim wat af, maar het bleef duwen geblazen. Zo reden we over een soort hoogvlakte richting Brenden. Na enige tijd en zagen we op een top in de buurt een toren staan. In het dorpje nabij dat baken hebben we ons op een terrasje geposteerd en ons op een flinke pint vergast. Het bleek dat we in Staufen zaten, dus de uitdrukking
Zaufen in Staufen was niet uit de lucht.
Terug vertrokken ging het eerst nog lichtjes op en af, maar dan konden we beginnen dalen. We spoedden ons richting Schluchsee. Maar even later moesten we plots de remmen dichtknijpen:
een kudde schapen drentelde over de ganse breedte van de weg en slaagde er zelfs in de afslag naar hun weide te missen. En dit onder het toeziend oog van de drie begeleiders en van de herdershond ! Uiteindelijk doken de schapen enkele honderden meters verder de kant in en konden we onze weg verderzetten.
In Schluchsee splitste onze keurgroep zich. Danny en Warre gingen via de kortste weg naar Lenzkirch om te zien of er geen B’s op het parcours waren achtergebleven. Raf en Pit klommen nog eens naar Dresselbach en en passeerden even verder door
het piepkleine Grünwald (de borden "Willkommen in Grünwald" en "Auf Wiedersehen in Grünwald" flitsten direct na elkaar voorbij). Tenslotte stonden we na een tocht van 75 km terug in Lenzkirch om daar nog een verdiende pot te gaan pakken.
- Pit -