Buitenlandse avonturen van WTC Nissorap.

3-7 september 2008: La Bresse (Vogezen)


<
Bekijk ook het fotoboek van onze Vogezen-reis
La Bresse 2008 (het A-verhaal)

door Pit
Pit

  • Terug naar inleiding
  • Dag 1:
    Woensdag 3 september: door het onweer over de Grand Ventron (Brabant, Grand Ventron)(39km / 1365hm)
  • Dag 2:
    Donderdag 4 september: rit naar Ballon d'Alsace (Route des Américains, Le Markstein, Grand Ballon, Hundsruck, Ballon d'Alsace, Page, Grand Ventron) (122km / 3080hm)
  • Dag 3:
    Vrijdag 5 september: rit naar de Ballon d'Alsace en de Ballon de Servance (Ménil, Ballon d'Alsace, Ballon de Servance, Morbieux, Burotte, Moinats (133km / 2750hm)
  • Dag 4:
    Zaterdag 6 september: tussen de triatleten naar de "Route Forestière des 17 kilomètres" (Feignes, Le Collet, Route des 17 kilomètres, Grosse Pierre) (58km / 1440hm)
  • Dag 5:
    Zondag 7 september: inpakken en wegwezen


Klik hier voor een kaartje met de gefietste route + hoogteprofiel (Nissorap-A).
Klik hier voor een kaartje met de gefietste route + hoogteprofiel (Nissorap-B).
(Voor de hoogtegrafiek ga je naar "Show" - "Elevation profile")


Regen bij het ontbijt. We beslissen om ons voorlopig nog niet fietsklaar te maken. Voor vandaag was een rit gepland van 160 km, die in grote lijnen het parcours zou volgen van de Vosgienne. Deze Vosgienne is een tweejaarlijkse cyclosportieve over de mooiste wegen en hellingen van de Vogezen, met vertrek en aankomst in Thann. Nu zondag wordt de cyclo gereden, maar tot spijt van Raf waren er geen andere Nissorappers in een deelname geïnteresseerd.

In de voormiddag leggen we een kaartje in de bar van het hotel. Telkens ik naar buiten kijk zie ik regen. De lus naar Guebwiller en Soultz wordt alvast geschrapt uit het parcours. Ik vrees dat nog heel wat andere lussen dat droeve lot zullen volgen. Volgens Marc - die ik gisteren bij de eerste ontmoeting trouwens als Michel heb aangesproken - zou het in de loop van de namiddag uitklaren. Maar Marc heeft gisteren al bewezen dat hij niet in de wieg is gelegd als weersvoorspeller.

Om 12u vertrekken we dan toch. Johan, Raf en ik zullen pogen een goed uurtje te fietsen en dan bij Le Markstein een hapje te eten. Daar kunnen we dan ook bespreken welk traject we nadien zullen nemen. Seppe zal Johnny, Rokke en Bère op sleeptouw nemen voor een kopie van de rit die wij gisteren deden, maar dan wel met de lus via de Col des Feignes en de vallei van de Chajoux.

We starten richting Col de Bramont en nemen iets voor de top de "Route des Américains" naar links. Deze route is een rustig weggetje dat tussen de bossen stevig omhoog loopt (4 km aan 7,8%) naar de Route des Crêtes. De weg werd eind 1917 door de Amerikanen aangelegd om de geallieerde troepen te bevoorraden die aan het front op de Route des Crêtes gelegerd waren. Johan pakt direct uit met een stevig tempo en al snel fietsen we geïsoleerd naar boven. Bovenop de Route des Crêtes is de druilregen veranderd in een heuse plensbui. Het is er mistig en er staat een fikse bries. Kortom, van het veelgeroemde uitzicht vanop deze weg is weinig te bespeuren. Net zo min als van mijn twee fietskompanen. Ik vermoed dat ze omwille van het slechte weer besloten hebben om zo snel mogelijk beschutting te zoeken op Le Markstein. En inderdaad, aan de ingang van het eerste-beste restaurant zien we mekaar terug. Binnen hangen we onze druipnatte spullen te drogen op enkele stoelen en we bestellen iets hartigs om te eten. Buiten is het intussen nog harder beginnen regenen. Vanachter het raam staren we naar in plastic verpakte wandelaars. We eten traag, om des te langer binnen te kunnen blijven.

Genieten van het eerste zonnetje en het prachtige uitzicht
Maar tenslotte maken we van een rustpauze tussen twee buien gebruik om verder te fietsen.We kunnen ons direct verwarmen aan de klim naar de top van de Grand Ballon. Vanaf Le Markstein is dat 7 kilometer, waarvan enkel het laatste gedeelte serieus omhoog gaat (1,5 km aan 8%). Ik probeer er tevergeefs Johan te verschalken en de punten voor de bergprijs in de wacht te slepen.

En dan geschiedt het wonder: eens voorbij de top van de Grand Ballon breekt zowaar de zon door de wolken. Het ideale moment om enkele mooie plaatjes te schieten. Daarna duiken we naar beneden, via de Col Amic naar Willer-sur-Thur. Zeven jaar geleden hebben we van hieruit de 16 km lange klim naar de Grand Ballon aangevat. Nu is er echter geen tijd om hier halt te houden. We volgen de drukke N66 gedurende enkele kilometers tot in Bitschwiller, waar we rechts nemen richting Ballon d’Alsace. Dit is de zogenaamde "Route Joffre", genoemd naar de Franse maarschalk uit de eerste wereldoorlog. We beginnen al vlug aan de Col de Hundsrück (5,5 km aan 6,8%). Bij het begin van de beklimming krijgen we een mooi uitzicht op het dorpje Bitschwiller. Wat is het leven heerlijk met wat zon! Raf en ik laten Johan wat voorop rijden zodat hij op de top enkele foto’s van ons kan nemen. De afdaling van de Hundsrück wordt nog even onderbroken door een nijdig knikje van een goeie kilometer, maar dat belet ons niet om spoedig Masevaux te bereiken.
Het fietspad dat we volgen wordt een "voie verte" of fietssnelweg, die grotendeels parallel me de autobaan loopt. Wij vermijden zo wel de dorpscentra en de mogelijke drukte die ermee gepaard gaat (maar eigenlijk is het hier in september nergens druk). In Sewen beginnen we aan de klim naar de Ballon d’Alsace (11,2 km aan 5,9%), het kroonjuweel van deze dag. Naar mijn mening is de klim vanuit Sewen bovendien de mooiste kant om de Ballon d’Alsace te beklimmen: je begint bij het Lac de Sewen, onderweg passeer je het stuwmeer Lac d’Alfeld, de weg is smal en de omgeving heel mooi. Ik laat mijn twee kompanen rijden en geniet ervan. Nu ja genieten, er zijn ook een viertal steilere kilometers in het middenstuk die toch een stevige inspanning vergen. Tussendoor moet ik ook nog opletten voor een kudde geiten op de weg. Als ik boven kom blijkt dat Raf een unieke gelegenheid heeft laten liggen om de onaantastbaar gewaande Johan achter zich te laten. Blijkbaar had hij zijn eindspurt te vroeg ingezet, namelijk bij een chalet op een kilometer van de top. Zo kon Johan, hoewel aanvankelijk uit het wiel gesprint, hem in extremis nog remonteren.

Broederlijk op de Ballon d'Alsace We willen hier nog een colaatje drinken. Op de col is echter niets open. Ik lees wel de tekst op het herdenkingsmonument voor René Pottier, die hier tijdens de Tour van 1905 met een gemiddelde snelheid van 20 (!) km per uur naar boven snelde. Daarna dalen we af naar St-Maurice-sur-Moselle. In de plaatselijke bar beleef ik een ‘moment de gloire’ wanneer een andere klant mij vraagt van wie de handtekening op mijn fietshelm is. (NVDR: de handtekening is van niemand minder dan Danilo Di Luca!!!) Mooi!

Vanuit St-Maurice nemen we de voie verte naar Bussang. Daar zoeken we het begin van de Col du Page (7 km aan 5,1 %). Het is vooral in het begin een serieus lastige klim over een smalle weg. Even nemen we zelfs bijna een onverharde zijweg. Maar wanneer de "route forestière de Col du Page" ons verwelkomt weten we dat we juist zitten. Na een tijdje vlakt de hellingsgraad af en komen we boven. Buiten een houten colplaatje en een gedenkteken voor een plaatselijke oorlogsheld valt hier weinig te zien. Na anderhalve kilometer afdaling komen we op de weg naar de Col d’Oderen. Hier nemen we links bergaf en even verder rechts bergop. Blijkbaar is dit één weggetje te vroeg want de weg maakt wat verder een haakse bocht en dan gaat het even steil naar beneden. Zo komen we uiteindelijk op de weg naar de Grand Ventron, die we gisteren langs hier hadden willen afdalen. De waard van de "Chaume" had ons gisteren trouwens verzekerd dat het wegdek langs deze kant perfect berijdbaar was en hij had gelijk.

Langs de zuidzijde is de Grand Ventron (6,6 km aan 5,7%) een gelijkmatige klim. Johan ruikt de stal en dicteert zoals gewoonlijk een stevig tempo. Raf blijkt dan toch een cartouche te veel verschoten te hebben bij zijn overmoedige uitval op de Ballon d’Alsace. Op de Col du Page had hij het al moeilijk en ook nu gaat het voor hem te snel. Ik kan bij Johan aanklampen maar in de laatste (steilere) honderden meters moet ik dan toch passen.

Johan aan het Lac des Corbeaux Vanaf de Chaume du Grand Ventron rijden we net als gisteren via de Bockloch naar de Col de la Vierge. Na een rit van 120 km blijkt dat dit laatste knikje toch heel wat lastiger uitvalt dan gisteren. Bij de Col de la Vierge nemen we links en dalen zo af naar het feeëriek mooie Lac des Corbeaux. Even stoppen we nog om hier van de pracht en de stilte te genieten. We leren ook wat bij: de eerste maal dat de kerk van La Bresse verlicht werd (kerstmis 1905), gebeurde dit dankzij energie die werd opgewekt uit dit meer.
Twee minuten later staan we in het hotel.

De rest van de Nissorappers is intussen aangekomen en wijst er ons luidruchtig op dat we te laat zijn voor het avondeten. Dus schuiven we na een snelle douche aan tafel. Johan, die als laatste aankomt, wordt door de plaatselijke gastvrouwen Jana en Lisa verwend met kinderstoel, slabbetje en fopspeen. De rest van het weekend zal hij de baby van het gezelschap zijn.

Die avond worden er aan de toog al vele plannen gemaakt voor de dag erop, want dan wordt prachtig weer voorspeld. Maar alles in acht genomen hebben we ook vandaag al een mooie (en zware) rit gemaakt.

- Pit -