Bekijk ook het fotoboek van onze Alpen-reis | ||
Alpen 2016
door Raf
|
|
|
|
|
Fietsdag 7: "e Lacet-ke te weinig"
Na een vrij zware avond gisteren sta ik toch vroeg op, zo kan ik de Nissorappers die vandaag vertrekken nog even uitwuiven. We blijven nog met 4 diehards over: Warre, Pit, Hale en ik. Na het ontbijt vertrekken we voor onze laatste rit vanuit Saint-Jean. Nog eentje om het af te leren! We rijden vandaag door de vallei naar de Col du Grand Cucheron. De weg tot in La Chambre kennen we al, maar dan moeten we nog een eindje verder door de vallei met onderweg één noemenswaardige helling, tot we in La Corbière aan de beklimming van de Col du Grand Cucheron kunnen beginnen. Dit moet een klim zijn die me moet liggen en omdat het tevens de laatste serieuze beklimming van de reis is besluit ik er, na de vlakkere aanloop van een tweetal kilometer, eens vol voor te gaan. De Warre is al lang uit het zicht verdwenen, maar de Pit blijft achter en de weer snel gestarte Hale haal ik spoedig bij om hem meteen achter te laten. Ik klim nu alleen door het bos over de rustige weg en slaag er in om een stevig tempo te rijden. Ben ik de vorige dagen wat te voorzichtig geweest? Ik voel duidelijk dat ik dieper ga dan ik deze reis al deed, maar het doet deugd en het gaat me goed af. Een eindje na de Warre kom ik moe en hijgend boven, maar dit was goed voor het vertrouwen. Ik kan dus toch nog fatsoenlijk bergop rijden. Na een tijdje komen ook de Pit en den Hale boven en laten we ons vereeuwigen door een wielertoerist van al erg respectabele leeftijd. Dan is het afdalen naar de voet van de volgende korte beklimming: de Col de Champ Laurent. Met slechts 3 kilometer klimmen aan gemiddeld 8% is dit een meepakkertje. Boven op de top is het vrij druk. Het is weekend en een lokale club uit La Rochette heeft deze col uitgekozen voor hun weekendrit. Het merendeel zijn oudere mannen maar ook enkele vrouwen komen op de top. We geraken met hen aan de praat en laten een van hen onze colfoto nemen. Als we de aankomende wielertoeristen monsteren, begrijpen we waarom ze zich beperken tot dit colletje van niks. Warre heeft er begrip voor dat lokale clubs ook wel eens "een relatief vlakke rit" willen rijden. We springen terug op onze fiets en dalen de Champ Laurent af. We komen nog wat fietsers tegen, maar al dalend schrikken we toch wel even. Dit is helemaal geen meepakkertje langs deze zijde en al zeker geen "relatief vlakke rit"!!! Langs deze kant is het een kleine 10 kilometer klimmen aan meer dan 8% gemiddeld met een uitschieter van boven de 11%. Ons respect voor de oudere mannen en vrouwen die hier naar boven fietsen is flink gegroeid! Na de afdaling wordt het tijd om de inwendige mens te versterken. In Bourgneuf vinden we een mooi, modern restaurant. Jammer genoeg blijkt dat we er geen pasta kunnen eten. We bestellen dan maar iets anders. Ik neem een lekkere tartiflette, Warre een varkenspoot (met vel!), den Hale en de Pit gaan voor een hamburger savoyarde. Het eten is heel lekker maar niet bepaald licht verteerbare rennerskost en dat zullen we de komende kilometers nog ervaren! Na het eten vertrekken we in de hitte van de middag voor de rest van onze rit. In Chamousset steken we de Arc over en rijden langs de andere kant van de vallei terug richting Saint-Jean. We volgen hierbij een aangeduide fietsroute, maar die is niet altijd zo geweldig afgepijld, zodat we een paar keer op onze stappen moeten terugkeren. Uiteindelijk steken we in Epierre terug de Arc over en komen op de weg die we vanmorgen in de omgekeerde richting deden. Op een laatste helling van enkele kilometer, geraak ik voorop met de Warre. Bij den Hale is het vat duidelijk af. Warre rijdt boven verder, maar ik wacht op de rest. Even later is de Pit daar en na nog wat wachten ook den Hale die bij een bronnetje aan de top zijn drinkbus nog bijvult. We rijden dan verder naar Saint-Jean. De Warre valt nergens meer te bespeuren. Wanneer we uiteindelijk langs de voet van de Lacets de Montvernier rijden, grapt Koen (ik ga er tenminste vanuit dat het een grap is want bergop lukt het bij hem echt niet meer!) dat hij die er nog wel even wil bijnemen. Pit en ik gaan hier niet op in en rijden samen met den Hale recht naar het terras van den Anthony. Zeker omdat het wat begint te druppelen en we het horen donderen in de verte. We hebben het de voorbije week echt wel getroffen met het weer. Dit zijn na maandag de enige druppels die we voelden deze week, de zweetdruppels buiten beschouwing gelaten natuurlijk! Op het terras aangekomen, moeten we ons uit de regen onder de luifel zetten. Het onweer rommelt rond ons, maar breekt niet echt door. Ik begin ondertussen voor mezelf wat te rekenen en kom dan tot de conclusie dat ik deze reis, na deze rit van 114 kilometer met 1863 hoogtemeters, blijf steken op 19790 hoogtemeters in totaal. Had ik nu toch maar die Lacets nog opgereden, dan kwam ik deze reis boven de 20000 hoogtemeters uit. Dju toch, "e Lacet-ke te weinig" en een gemiste kans want dit ga ik waarschijnlijk nooit meer klaarspelen op 1 fietsreis. Wat later zakt de Warre ook nog af naar het terras en wat blijkt ... hij pakte de Lacets er toch nog bij. Was ik nu maar met hem verder gereden!!! Maar echt wakker ga ik er niet van liggen en ik laat me de pinten smaken. Ons "laatste avondmaal" in het hotel gebeurt jammer genoeg niet meer in de "Salle des Champions". Onze groep is blijkbaar te klein geworden. Het eten smaakt er niet minder om. We spreken nog af wanneer we morgenvroeg zullen vertrekken en laden de fietsen al op het fietsrekje. Daarna gaan we nog een laatste keer een afsluiter drinken in het stadje. - Raf -
|
||
Lees je graag verder, lees dan ook de epiloog |