Bekijk ook het fotoboek van onze Alpen-reis | ||
Alpen 2010 (het A-verhaal)
door Koen
|
|
|
|
Dag 4
Het weer was nog beter geworden, met alleen een enkele regenbui die nog kon opduiken. We zouden het rittenvoorstel-schema van Raf dus verder afwerken. Vandaag was rit 2 gekozen: Col d’Allos - Col des Champs - Col de la Cayolle. Een klassieker in de streek. Het zijn 3 cols boven de 2000m en alle drie staan ze ook op het "Brevet Des 7 Cols" in de vallei van de Ubaye. Dat brevet kan je kopen in de toeristische diensten in de streek, en boven op elk van de 7 cols staat een paaltje met een gleuf en een pons waarmee je op je brevet elke col kan ‘knippen’. Mooi gevonden maar niemand van ons had zich het brevet aangeschaft. Ook een rit met Tourhistorie want in 1975 pakte Thévenet op Pra Loup het geel af van Merckx na een slopende rit over Col des Champs en Col d'Allos. We vertrokken richting Barcelonnette maar kozen in Les Thuiles de overkant van de rivier voor het rustigere baantje langs de voet van Pra Loup. Daar begon de Col d’Allos en na een paar steilere kilometers tegen een beboste helling, zagen we dat we serieus gestegen waren en een mooie, veelvuldig ingesneden vallei lag links van ons. Ondertussen was ik aan de kop gaan rijden en met de Woens alleen voorop geraakt, zonder het te beseffen. Ik had niet gedacht dat ik, met mijn postuur, zo stevig bergop kon rijden en omkijken ben ik ook niet gewoon omdat ik meestal vanachter rijd op hellingen. Gére kwam erbij en samen met de Woens bleef die het tempo hoog houden. Dat moest voor mij niet meer en ik liet hen rijden. Raf volgde op een afstand, daarachter kwam Danny. Pit had in de eerste kilometers een platte band gehad en was direct al op respectabele afstand gezet. "de Pit" en "plat" zou vandaag en de volgende dagen - ja zelfs maanden - nog meermaals geroepen worden. Een stug velglint speelde hem parten. Danny besloot om de 2 cols en de vele kilometers die nog volgden niet meer mee te rijden. Hij zou terug afdalen naar Barcelonnette, daar iets eten en dan de Col de la Cayolle oprijden van de andere kant. Met enige meeval kwamen we hem misschien nog ergens tegen. Wij gingen afdalen naar Allos en daar iets eten. Direct in de afdaling moesten wij dus opnieuw, tot tweemaal toe stoppen voor een lekke band van Pit. Die afdaling van de Col d’Allos is de ‘ski’-kant en dus over brede wegen vanaf het skistation La Foux d'Allos en daardoor waren we snel in Allos. Daar aangekomen, was het niet lang zoeken naar een restaurant met terras. Een joviale verkoopslustige ober en/of zaakvoerder stond aan zijn terras en sprak ons direct aan om bij hem te komen. Hij hielp bijna de fietsen plaatsen, maar mocht niet van de Woens, zette de tafels klaar en paste zelfs de menu aan opdat we bij hem zouden eten. Hij had namelijk geen vleesschotels ’s middags, maar hij wou wel speciaal gehakt maken voor ons. Ik koos weer voor spaghetti met gehakt fabriqué net als Gére en de Woens, Raf had pizza met veel te veel kaas en Pit een penne met gehakt fabriqué. Een beetje later hoorden we in de keuken de gehaktmolen draaien. - "Ik hoop dat dat verse biefstuk is, dat ze daar aan het malen zijn", opperde iemand. Met weer een goed gevulde maag en uitgeruste benen vatten we de afdaling verder aan. Langs de grote baan waren we spoedig in Colmars. Daar wist Raf, die in de zomer de streek was komen verkennen met de mobilhome, dat de voet van de Col des Champs via een onopvallend weggetje start en met die voorbereiding vond hij de afslag direct. En die bleek inderdaad goed weggemoffeld, alsof het de oprit van een huis was. De Col des Champs is een klim volledig in bosrijke omgeving, redelijk steil maar met zeer gelijkmatige stijgingspercentages en boven de boomgrens met rotsen bezaaide graslanden waar we meerder marmotten hoorden fluiten. Je fietst daar namelijk door het groot natuurreservaat: Le Parc National du Mercantour. Op deze klim is de groep geleidelijk volledig uiteengeslagen en Raf was uiteindelijk eerst boven. Woens volgde, met mij daarachter, dan Gére en dan Pit. Van op de top zagen we naast het spectaculaire uitzicht ook dat er een donkere wolkenband boven de Col de la Cayolle hing. Dat kon nog spannend worden, want neerslag boven 2000m hoogte is niet altijd gewoon regen. Na een afdaling tot in Saint-Martin d’Entraunes namen we daar nog even kort de tijd om wat suikers te drinken. Er zaten al een paar Hollanders op een terras aan een cafeetje maar pas toen we gezeten waren, vertelden ze ons dat ze net alle cola hadden opgebruikt en dat er alleen nog orangina was. Beter iets dan niets, en met enige wrok zegden we de Nederlanders tot ziens toen ze vertrokken richting Col de la Cayolle. Wat later namen wij dezelfde richting, en kregen onderweg al wat motregen te verwerken. Het was duidelijk dat de baan nat was geweest. De Col de la Cayolle had een trage aanloop maar daarna een zware 10 km en dus was iedereen weer aangewezen op eigen tempo en karakter. Ik had al bij het begin een slecht gevoel in de benen en kwam niet in een goed klimtempo. Daarom besloot ik te lossen en een paar kilometer rustig aan te doen. De klim was nog lang... Raf was in de klim weer voorop geraakt en daar trof hij onderweg een groep koeien op de weg aan, bezig aan een oversteek. Zijn grootste schrik - uiteraard niet de koeien - was om voet aan grond te moeten zetten, maar met een paar krachtige Vlaamse boerekreten kon hij zich erdoor roepen. Tegen dat ik daar aankwam stonden alle koeien nog van schrik aan de kant. Nog dichter tegen de top was er meer en meer motregen en het werd ook duidelijk kouder, maar gelukkig bleef het bij wat motregen. Uiteindelijk remonteerden we zelfs allemaal de Hollanders. Ikzelf was er in de laatste 5 kilometer helemaal door en kon een stevig tempo aanhouden, mede door de fietsers voorop. Er stonden er ook enkele stil die een maat vasthielden die net had overgegeven. In de laatste kilometers had ik ze allemaal en tot mijn verwondering kreeg ik zelfs de Pit nog in zicht. Daar was ik best wel fier over, want dan hadden de anderen toch niet op mij moeten wachten op deze kille col. Nog snel een col-foto en dan snel afdalen en hopelijk was er een refuge of een café op korte afstand, want iedereen snakte naar een warm plekje en een warm drankje. Danny had ondertussen de top van de Col de la Cayolle van de andere kant zelfs in sneeuwregen bereikt en had daarom terecht geen moment op ons gewacht. Ik vatte als eerste de afdaling aan, maar de refuge wat verderop was gesloten. Pit kwam erbij en samen reden we verder. De anderen bleven maar weg en het bleek dat de Woens zo onderkoeld was geraakt dat hij krampen (geen wespsteken!) in armen en benen gekregen had. Het werd een afdaling met vele tussenstops omdat Woens er onderweg nog kreeg en ook Gére kwam in de problemen. Het was voor iedereen afzien in de afdaling: motregen, natte baan, kille wind, geen drank meer. Enige lichtpunt was de schitterende natuur en grillige vallei waarvan we spijtig genoeg niet konden genieten. Iedereen snakte naar een warme douche en het lekkere eten op de camping. Met 133 km in de benen waarvan een 30-tal klimkilometers kwamen we daar aan. De dagmenu mocht eender wat zijn: Dit was weer zeer lekker en we hadden grote honger. Daarna vlogen we ook nog uitvoerig in de wijn. Voor een keer dat er eens geen regensalvo’s waren die nacht, kregen we in ons chalet af te rekenen met het luide gesnurk van de Pit. - Koen -
|
||
Lees je graag verder, lees dan ook het verslag van de 5de dag : Er was zoveel te zien... |