Bekijk ook het fotoboek van onze Dolomieten-reis | ||
Arabba 2007 (het A-verhaal)
door Raf
|
|
|
|
Dinsdag 4 september: rit naar de Passo Nigra (108.5 km, +/- 2600 hm) Na een lekker en uitgebreid ontbijt, monsteren we even de lucht en het ziet er niet te best uit. Bewolkte hemel met zelfs nu en dan een flinterdun sneeuwvlokje. Volgens de voorspellingen zou het nochtans droog moeten blijven en dus maken we ons toch maar klaar voor onze tweede tocht. Om de afstand binnen de perken te houden besluiten we om vandaag de eerste col met het busje te doen en onze rit pas te starten in Canazei aan de andere kant van de Pordoi. Met z'n vijven vertrekken we naar Canazei, de een al met meer zin dan de andere. Na 33 bochten bergop en ettelijke bochten bergaf waarbij we bijna een moto zagen pletten door een mobilhome die door een bergop komende autobus gedwongen werd om achteruit te rijden (hij moest maar niet zo "in zijn gat gezeten hebben"!), komen we toch heelhuids aan in Canazei. Maar o wee, wanneer we onze fietsen uit de bus halen begint het feller te sneeuwen. Wat gedaan? Rafke ziet het helemaal niet meer zitten en in de hoop van hem te kunnen overtuigen stellen we de start even uit en gaan we eerste een koffieke drinken. Een halfuurtje later breekt de zon door de wolken en starten we toch onze tweede rit die ons naar de passo Nigra moet brengen (zie het kaartje en de grafiek bovenaan dit dagverslag). De eerste beklimming van de dag is de passo Sella waarvan we de laatste helft gisteren al verkenden. Het gaat rustig maar gestaag naar boven, de eerste helft wat minder steil dan de tweede. We geven geen trap teveel. Boven op de Sella beslist Rafke er de brui aan te geven en hij draait zijn fietske om en rijdt langs de Pordoi terug naar Arabba. Jammer maar helaas. Met de overgebleven vier vangen we dan een lange afdaling aan die ons snel langs Santa Christina tot in Ortisei brengt. In Ortisei genieten we van een lekkere lunch op een terrasje waar het uit de wind en in de zon goed toeven is. Na een paar ongelovige blikken van de waard en een klante als we zeggen wat we nog van plan zijn, zetten we ons terug op onze fietskes om de passo Pinei te gaan overwinnen. De Pinei is vanuit Ortisei maar een vijtal kilometer lang maar er zitten toch een paar venijnige, steile stukken in van boven de 10% en dat met een volle maag! Na de Pinei worden we echter beloond met een erg mooie afdaling in twee stukken, een eerste stuk over een erg rustige weg tot in Castelrotto en dan een tweede stuk dat zich hoog boven de "Brenner-autostrade" naar beneden slingert tot bijna aan de voet van de passo Nigra. We rijden de laatste 2 kilometer niet meer verder naar beneden, maar draaien onmiddellijk links de Nigra op. De klim begint direct erg steil en als we door een galerij rijden, voelen we de wind enorm in ons nadeel wat het nog een pak lastiger maakt. Pit en Danny laten me rijden en Jef komt nog wat verderop. Tijdens dit eerste deel van de klim heb je enkele mooie uitzichten o.a. op het Sciliarmassief. Halfweg de Nigra ligt Tires en daar spraken we af voor een drankstop om nog even op adem te komen vooraleer het moeilijke stuk van de Nigra aan te vallen. Dat tweede stuk begint immers met een tweetal kilometer aan bijna 11% gemiddeld met pieken tot 18%! Op dit stuk haken Danny en Jef af en terwijl Pit het tempo strak houdt, moet ook ik de rol lossen. Op deze rustige klim die zich door het bos slingert, zullen we mekaar pas op de top weerzien. Vanop de top van de Nigra is het enkele kilometer afdalen en dan linksaf de baan naar Vigo di Fassa. Onderweg pakken we met een kleine kilometer klimmen nog snel het colplaatje van de passo Costalunga mee. Boven op de Costalunga begint het terug te sneeuwen en zelfs redelijk hard zodat we ons langs de snelle afdaling naar Vigo di Fassa haasten, gelukkig is het tegen dat we beneden zijn, gestopt met sneeuwen. Vanuit Vigo di Fassa rijden we dan nog enkele vals platte kilometers terug naar Canazei aan een redelijk tempo. Moe maar voldaan stoppen we onze fietsen terug in het buske en rijden we nogmaals over de Pordoi terug naar ons hotel. Rafke heeft zijn terugrit blijkbaar ook overleefd en heeft blijkbaar geen spijt dat hij niet met ons meereed nadat hij ons ritverslag hoorde. - Raf -
|