Bekijk ook het fotoboek van onze Italiaanse Alpen-reis | ||
Valdidentro 2014
door Danny
|
|
|
Dag 1: maandag 8 september
Maandagmorgen 8 september, ik raak maar niet uit mijn bed en word daar door één van mijn kamergenoten discreet over aangesproken: "Wat is er, een dagske ouder aan het worden ...?". Ik kan niet anders dan dit bevestigen en sleep mij dan ook naar de ontbijtzaal. Daar is iedereen klaarwakker, kan ook moeilijk anders want één van de hoteleigenaars (Gervasio?) staat erop om iedereen op een persoonlijke en dolenthousiaste manier te begroeten. "Rare jongens, die Romeinen", dat had ik vroeger al eens in een naslagwerk gelezen en blijkbaar hebben de verre nazaten die traditie verder gezet. Met zijn vieren (Eddy, Luc, Raf en mijzelf) zetten we dan koers richting Livigno en laten Johnny een beetje aan zijn lot over. Wij passeren vrij vlot de Passo di Foscagno (2291m) en de Passo de Eira (2210m), net als tientallen vrachtwagens met brandstof die de tankstations van Livigno bevoorraden. Een beetje een raar systeem, want talrijke Italianen rijden dan op hun beurt met de wagen naar Livigno om aldaar taksvrij te kunnen voltanken. Maar kom, economie is op school nooit mijn sterkste vak geweest. Na passage in Livigno nog de galerijen door en na een 10-tal km langs het stuwmeer komen we aan de indrukwekkende stuwdam. Nog snel even een "tweelanden"-foto en dan met de shuttle-bus door de tunnel zodat we in Zwitserland terecht komen. Honger of niet, erg veel valt er aan de andere kant van de tunnel niet te beleven en wij zullen dan ook nog eerst de Ofenpass (2149m) moeten passeren alvorens iets te kunnen eten. Overigens een erg mooie en rustige beklimming met enkel de laatste kilometers die iets lastiger zijn. Boven de obligate foto en dan dalen tot in Santa Maria. Daar trakteren wij onszelf op een traditionele spaghetti en de bazin ons nadien op een rekening met een merkwaardige wisselkoers Zwitserse franken vs Euro. Maar zoals eerder vermeld, economie is nooit mijn sterkste vak geweest. Bleef er nog de beklimming van de Umbrail (2501m). Had ik het op voorhand geweten, ik had er willen "umraain". Ondertussen waren ook de weersomstandigheden fel gewijzigd en tijdens de beklimming kregen we een felle regenbui te verwerken. Naar analogie van de reisverhalen van vorige jaren nog even vermelden dat ondergetekende ook hier als laatste de top bereikte. En dat de tred ook deze keer nog soepel was, alleszins voor een 50-plusser... Boven wachtte er ons alweer een waterzonnetje en we konden de afdaling op een droog wegdek afleggen. Dat laatste stukske klimmen vanop de top van de Umbrail naar de top van de Stelvio zou voor een volgende keer zijn. Dat stukske klimmen konden we nog eens oefenen op weg naar het hotel, gelegen langs de klim naar de Passo di Foscagno. Na de rit heb ik mijzelf nog op een "Waisenbier" (zie Weizenbier) getrakteerd. Tenslotte moet de economie ook blijven draaien, dat heb ik wel onthouden. Johnny had ook niet stilgezeten en had er een verkennende fietstrip tot boven aan "Lago di Cancano" opzitten. En na een stevige wandeling tot aan de Viola rivier was ook hij klaar voor de volgende dag. In de loop van de avond kwamen ook Wim & Herman toe. Dixit Gervasio "Die Familie wird immer grösser ..." - Danny - |
||
Lees je graag verder, lees dan ook het verslag van de 2de dag |