Buitenlandse avonturen van WTC Nissorap.

8-12 september 2012: Argelès-Gazost (Pyreneeën)


Bekijk ook het fotoboek van onze Pyreneeën-reis
Pyreneeën 2012

door Warre
Warre

  • Terug naar intro

  • Proloog:
    Zaterdag 8 september
  • Dag 1:
    Zondag 9 september: 140 km/ 3186 hm
  • Dag 2:
    Maandag 10 september: 130 km/ 2727 hm
  • Dag 3:
    Dinsdag 11 september: 77 km/ 2088 hm
  • Dag 4:
    Woensdag 12 september: 91 km/ 2311 hm
  • Dag 5:
    Donderdag 13 september: 45 km/ 1270 hm
  • Dag 6:
    Vrijdag 14 september: 90 km/ 2312 hm
  • Dag 7:
    Zaterdag 15 september: 140 km/ 2921 hm
  • Epiloog:
    Zondag 16 september
kaart en hoogteprofiel van dag 2

Kaart van rit 2 Hoogteprofiel van rit 2

Dag 2

Menu : Cirque de Troumouse en Pont d’Espagne.

Vanuit Argelès nemen we de D921 richting Luz Saint Sauveur. Een grote baan, die in deze tijd van het jaar, toch vrij rustig is. Eggie, Raf, Hale, Pit, Johan, Gére en ikzelf rijden meestal per 2 naast mekaar, op een rustig tempo. Er wordt geregeld afgelost op de kop. De inspanningen van gisteren zitten toch nog wat in de benen. We forceren dus niet.

Amfitheater Cirque de Troumouse De weg loopt licht bergop maar alle nissorappers kunnen toch de benen losfietsen tot we aan de voet van de klim zijn. De klim begint eigenlijk pas echt van Gédre. Je krijgt daar enkele haarspeldbochten waarna je de vallei van de Gave de Heas volgt.
De vallei wordt steeds smaller. Na enkele kilometers rij je vlak naast het bergriviertje. Weinig bochten, alsmaar hoger en hoger. Buiten enkele schaarse toeristen; nobody there. Het is heerlijk genieten van de natuur, zeker bij dit alweer prachtig zomers weertje.
De klim wordt steiler naarmate je hoger komt maar er zijn toch wat minder steile stukken waar je kan recuperen. Niet ver voorbij La Chapelle de Heas kom je bij een péagehokje. Fietsers moeten niet betalen. Van hieraf wordt het menens. Vele korte haarspeldbochten na mekaar. Dan weet je wel; ’t gaat flink bergop! Je kan mekaar hier goed zien rijden, wel opletten voor de schapen, geiten, paarden en koeien. Je moet al redelijk wat kabaal maken voor die beesten plaats maken. En gelijk hebben ze. ’t Is tenslotte hun terrein.

Ik zie onder mij eerst de Pit, dan den Hale en ook den Eggie nog net. Wat verder volgen Johan, Raf en de Gére. Het uitzicht wordt steeds imposanter. Met nog 3 km te gaan kom je bij Auberge de Maillet.
Ik zie de bergwand recht voor me. Links een hoge waterval. Hier moet ik nog op. Eerst een kleine afdaling over het riviertje en dan zet ik aan voor de laatste steile stukken. Niet meer onder de 9%. Er staat harde wind. De weg wordt smal en zigzagt naar boven toe. Het ene stuk de wind in de rug, het andere vol op de bek. Man, dit valt tegen.
Ik kijk naar beneden en zie de Pit. Toch nog een goeie kilometer achter schat ik. De gedachte dat hij deze lastige stukken nog moet doen geeft me toch enig leedvermaak. Nog een laatste rechte lijn en dan ben ik boven. Het gebergte trakteert me op een schitterend zicht. Een marmot gespot begot!

Het lijkt wel of je in een groot amfitheater bent. De bergwand loopt haast 360° rond een vrij vlak middenplein. Er zijn meer koeien dan mensen. Ik zet me rustig neer op een grote rots vlakbij het infobord, lekker in het zonnetje, toestel in de aanslag om de andere nissorappers vast te leggen op foto.

Één na één komen ze boven. De ene al wat meer moe dan de andere maar allen even voldaan. Yes, yes. Cirque de Troumouse: een voltreffer! We dalen af, elk op zijn tempo. Ik neem de tijd om uitvoerig te fotograferen. Ik heb zelfs het geluk een "Marmotte" te zien lopen, amper 10m van mij. Hij of zij blijft netjes zitten om te poseren . Ik neem een leuke foto en daal verder naar Gédre waar ik de fietsen van mijn clubgenoten tegen een reling zie staan.
De pizza’s smaken heerlijk. Onder het eten wordt er wat gezegd over de Pont d’Espagne mee te pakken. Eggie en ik kiezen voor recht binnen te rijden naar Argelès. De Gére had, zo bleek achteraf, gemist dat de anderen voor Pont d’Espagne gingen. We nemen dezelfde weg terug en vlammen stevig door. Op een mum van tijd zijn we aan ’t hotel. De Gére laat Pont d’Espagne links liggen en bolt solo binnen naar ’t hotel.





Hale, Pit, Johan en Raf doen hem wel. (lees in de inzet hun eigen belevenissen)




Beklimming van Pont d'Espagne

door Hale
Hale
Onder het eten waren Raf en ik het eens dat we te vroeg binnen waren als we nu recht naar het hotel reden, zoals de Warre van plan was. Er lag onderweg nog een mooie klim via Cauterets naar de Pont d'Espagne. 18 km aan 5.5% gemiddeld, dus geen zware klim maar met wat we al in de benen hadden toch geen kattenpis. Bij de kleine rondvraag die -bleek achteraf- niet door iedereen gehoord of verstaan was, toonde alleen Pit interesse. Johan was al niet in goede forme op de Cirque en twijfelde.
Na het eten volgde eerst nog een snelle afdaling tot Pierrefitte-Nestalas. Warre nam met Eggie direct een vliegende start zonder omkijken. Wij zochten eerst nog een uitzichtpunt om de Brèche Roland (zie foto links) in de Cirque de Gavarnie te zien. Raf had ze in het oprijden al opgemerkt en de legende besproken. Daarna vatten ook wij de afdaling aan. Cirque de Gavarnie met Breche Roland in inzet
In Pierfitte-Nestalas was er enige verwarring omdat ik, Raf en Pit daar links draaiden, en Johan rechtdoor reed. Gére volgde ons, maar toen we hem duidelijk maakten dat wij nog gingen klimmen, keerde hij de fiets toch richting hotel. Johan had de verwarring opgemerkt en wachtte Gére op om hem naar het hotel te loodsen. Watervallen aan Pont d'Espagne
De klim begon stevig om het dorp uit te te geraken maar daarna volgde een gevarieerde klim met kloven, brede valleien op brede wegen, waarop wel druk verkeer reed. Op een bepaald stuk zelfs een gek die de hele tijd zijn banden deed slippen, ofwel door te remmen, ofwel door met veel gas de bocht aan te snijden. Gelukkig werd het vanaf het stadje Cauterets minder druk. Vandaar ging het ook een beetje steiler, met een groot aantal haarspeldbochten, en de hele tijd langs een kolkende rivier.
Ik had al de hele reis goed gevoel in de benen, en vermits Warre er niet bij was, greep ik mijn kans om ook eens eerst boven te komen op een klim. Eerst was er nog wel een verrassing komen opdagen. Johan had Gére richting hotel gestuurd maar was dan gekeerd en terug komen aansluiten. Ik probeerde een stevige tred te houden op de gelijkmatige stukken en met korte versnellingen overbrugde ik de steile stukken. Raf, Pit haakten al op die eerste stukken af. Alleen Johan kwam terug en ging zelf nog versnellen. De schurk! Hij had zich verdorie op Troumousse helemaal gespaard en geen krachten verspeeld, en dan daarna nog gedaan of hij naar het hotel wou. Ik kon hem alleen maar laten rijden, en kwam tweede boven op de Pont d'Espagne.
Er is daar wel een verwarrende situatie: eerst kom je op een grote parking waar een kabelbaan start aan een groot 'poort'-gebouw zodat het lijkt of je daar boven bent. Maar achter het gebouw loopt het nog een 200 meter steil omhoog naar de watervallen (zie foto rechts) en naar de refuge.
We daalden weer snel af en hadden pas in Cauterets door dat Pit er niet bij was. Er was geen ontvangst voor GSM dus moest er iemand maar terug bergop rijden om te kijken waar hij bleef. Ik voelde dat ik nog goede benen had en vertrok terug. Raf en Johan bleven daar wachten op nieuws.
(Het verhaal van de afdaling van Pit lees je in zijn stukje in de inzet hieronder.)


Afdaling van Pont d'Espagne

door Pit
Pit
Bij de Pont d’Espagne lieten we ons uitgebreid vereeuwigen. Daarna vatten we de afdaling aan. De eerste kilometers waren best wel steil. Ik liet de anderen wat voor me uit rijden. Toen ik een vrachtwagen wilde inhalen voelde ik dat mijn achterwiel sleepte. Het maakte tevens een schurend geluid. Shit! Mijn velg bleek gescheurd en ik kon met de fiets niet verder naar beneden.
Ik trachtte een auto te laten stoppen in de hoop een lift te versieren. Uiteindelijk hield een mobilhome halt. De vriendelijke Franse bestuurders waren gelogeerd in Cauterets en wilden me tot daar meepakken. De fiets ging op het rek en ik nam plaats op de achterbank. Bijna in Cauterets aangekomen zag ik in een flits Koen voorbijfietsen in tegenovergestelde richting. Oeps, ik was mijn kompanen vergeten te verwittigen en die ging waarschijnlijk op zoek naar mij. Ik liet de chauffeur nog claxoneren, maar tevergeefs. Koen fietste verder omhoog.
Ik vroeg dan maar aan de chauffeur om Koen achterna te rijden. Zo gezegd, zo gedaan. Vanuit het raampje verwittigde ik Koen dat ik veilig en wel op weg was naar Cauterets. Hij vertelde me dat Johan en Raf op het eerste-beste terrasje bij het binnenrijden van het dorp zaten.
We maakten nog eens rechtsomkeer en zo kon ik bij aankomst in Cauterets Pantani-gewijs uit de camper schrijden. Na een telefoontje naar redder-in-nood Eggie (met convoyeur Daniel) werd ik op professionele wijze gedepanneerd en naar hotel Au Primerose gebracht.



Ondertussen zijn Eggie en ik al fris gewassen en zitten wij te genieten van een frisse pint op het terras van café Les Fleurs. Den John (ni die van Astrid), de Jacques en den Danny komen er wat later bijzitten. Ook de Gère weet een frisse pint te waarderen.
Dan krijgen we een oproep van de Pit. In panne; wiel kapot, kan niet meer verder. Den Eggie zal uitrukken om hem te depanneren. Ondertussen onderhandelen wij met de garçon om morgenavond de Rode Duivels te kunnen zien tegen Kroatïe, op het grote scherm, binnen in’t café. Meerdere tournees later zegt hij dat hij ’t voor ons zal arrangeren.

Schol!

- Warre -

Lees je graag verder, lees dan ook het verslag van de 3de dag